Ivysactiveageingblog



i.martens@student.avans.nl

Week 13: Sociale prof

Wat houden de begrippen ‘transitie, transformatie, participatiemaatschappij en burgerkracht’ in?

Transitie: Een transitie is een structurele verandering die het resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld economie, cultuur, technologie, instituties en natuur en milieu 

Transformatie: Het woord transformatie heeft over het algemeen te maken met het overgaan van de ene vorm in de andere vorm.

Burgerkracht: De term 'burgerkracht' zou men ook wel weergeven kunnen worden met de termen 'eigen kracht', 'zelfsturing' of 'empowerment van de burger'. Burgerkracht is kracht en inzicht gebaseerd op de authenticiteit van burgers. Burgers nemen de regie (weer) in eigen handen, de burger staat weer centraal.

Beschrijf  hoe jij zelf als (toekomstig) professional naar deze transitie kijkt?

Ik vind de transitie een goed iets. Bij transitie werken verschillende disiciplines samen om op deze manier elkaar op een goede manier te versterken. Wanneer ik naar de opleiding gzt kijk heb je met veel verschillende disciplines te maken. Zo komen we in aanraking met de zorg, techneuten, icters, bouwkundige, etc. Veel diversitieit van verschillende opleidingen dus. Door het samenvoegen van de ideeën zullen er beter ontwikkelingen ontstaan. Een voorbeel van een erg slechte ontwikkeling is de telefoon van de brandweer. Deze telefoon is ontwikkeld maar er is totaal geen rekening gehouden met de brandweer zelf. Zo zijn de knoppen bijna niet in te drukken met handschoen aan omdat de knopjes gewoon veel te klein zijn. Wanneer er een betere samenwerkng was geweest tussen de ontwikkelaar en de brandweer zelf was dit proleem nooit onstaan. Deze dingen gebeuren ook bij onwikkelingen in de zorg. Er worden regelmatig technische oplossingen bedacht in de zorg. Echter sluiten deze oplossingen totaal niet aan bij de wensen en behoeftes van het verzorgend personeel. Ik denk dat we op het gebied van de zorg erg veel kansen hebben om met goede transities te komen. Dit wegens bovenstaande redenen. Op deze manier kunnen ook bedreigingen het hoofd geboden worden.

Ben jij bereid om in de toekomst anderen zoals familie maar ook buren etc te gaan helpen? Hoe zie je dit voor je en wat verwacht je terug?
Ja daar ben ik zeker bereid toe. Ik ben ook een erg zorgzaam persoon. Wanneer ik andere kan helpen doe ik dit graag. Bijvoorbeeld boodschappen doen voor mijn oma of voor de buren. Of gewoon koffie gaan drinken zodat de kans op eenzaamheid verkleind wordt. Ik verwacht het niet persee terug. Mensen moeten andere vrijwillig helpen. Ze moeten niet helpen omdat ze dit als verplichting zien.

Hoe wordt er in jouw omgeving gesproken en gedacht over alle ontwikkelingen (WMO, WLZ, participatiesamenleving etc)?
In mijn omgeving wordt hier eigenlijk vrij weinig over gesproken.

Beargumenteer je zienswijze over de volgende stellingen

Stelling 1: “De participatiesamenleving is een utopie, de burger moet vooral zelf zorgen dat hij zelfredzaam is. Iedereen heeft het toch veel te druk om nog meer mantelzorg, informele zorg te geven! ”

Hier ben ik het niet mee eens, iedereen in onze samenleving heeft recht op hulp wanneer hij of zij dit nodig heeft. Het is voor ouderen lastig om zelf redzaam te zijn. Wanneer ik bijvoorbeeld kijk naar mijn oma, zij zou zichzelf echt niet meer kunnen redden. Mijn moeder is haar mantelzorger. Dit is soms zwaar, maar het is en blijft wel haar moeder. Wanneer ik iets voor mijn oma kan doen, een boodschapje of wat dan ook dan doe ik dit. Dit vind ik meer dan normaal. Je moet elkaar helpen in goeden en slechte tijden. Het moet geen straf zijn om mantelzorg te verlenen. Je bent vaak mantelzorger van iemand die heel dicht bij je staat. Vind je het dan niet belangrijk dat hij of zij een goed leven heeft. Je moet mantelzorg niet als verplichting zien. Je moet het vrijwillig doen omdat je om die persoon geeft. Omdat je voor die persoon het beste wilt.

Stelling 2: “Als iedereen gewoon een beetje meer voor elkaar en zijn omgeving zorgt, dan komt het wel goed na alle veranderingen op het gebied van Zorg & Welzijn, mensen moeten niet zo zeuren.”

Hier ben ik het niet mee eens. Helaas heb je altijd mensen die niet voor andere zorgen. Omdat ze denken ik heb het al druk genoeg. Wanneer deze personen erop gewezen worden dat het belangrijk is om voor elkaar te zorgen dan kan bovenstaande stelling inderdaad waar zijn. Het is dan wel een eis dat deze personen eerst op de feiten gewezen worden doormiddel van bijvoorbeeld een bijeenkomst. Wanneer het tot deze mensen door dringt zullen ze misschien beseffen dat zij later ook zorg nodig hebben en deze zorg dan ook willen krijgen. Het is belangrijk dat er voor elkaar bent in goede en slechte tijden. Ik vind het vanzelfsprekend dat je voor je oma/opa, moeder/vader zorgt wanneer zij hulp nodig hebben, zij hebben toch ook altijd voor jou gezorgd?. Helaas geldt dit niet voor iedereen en vinden sommige mensen dat dit niet nodig is.

Stelling 3: “Over 10 jaar is Nederland een zorgzame samenleving waarin het vanzelfsprekend is dat jong en oud voor elkaar en met elkaar zorgen.”

Als het aan mij ligt is deze samenleving er al over 5 jaar. Het probleem is echter dat iedereen hier anders over denkt en wat bij bovenstaande stellingen ook al benoemd is sommige mensen zien het niet als vanzelfsprekend om zorg te verlenen aan mensen in de omgeving die zorg nodig hebben. Zij vinden dat ze het hier te druk voor hebben, waardoor ze geen tijd hebben om voor hen te zorgen. Dit moet veranderd worden. Het moet tot deze personen doordringen dat je andere moet helpen. Wanneer je iemand helpt krijg je hier veel dankbaarheid voor terug. Helaas ben ik het dus niet eens met deze stelling. Dit omdat het eerst tot bepaalde mensen moet doordringen dat hulpverlenen iets vanzelfsprekends is.